Goede open source:
- kan innovatie versnellen;
- maakt alles wel heel transparant en dat is fijn en waardevol;
- is vaak van betere kwaliteit dan die van leveranciers;
- levert vrije software van hoge kwaliteit;
- maakt de software alomtegenwoordig door participatie en lage kosten;
- trekt ontwikkelaars aan;
- betrekt eindgebruikers bij het ontwerp;
- genereert aandacht in de markt (‘gratis’ marketing);
- positioneert de organisatie;
- stuwt innovatie die je kunt oogsten;
- stuwt de ‘Geest van Silicon Valley’;
- zet een standaard;
- genereert ‘gratis’ innovatie;
- zet de toon;
- zoekt de samenwerking op;
- adopteert een volledig transparant hoogkwalitatief kosteneffectief ontwikkelproces;
- verschuift perceptie bij klanten, gebruikers, markt en partners;
- verlaagt supportkosten;
- injecteert discipline in het ontwikkelproces;
- verbetert integratie;
- bedient meer gebruikers en klanten;
- geeft je vrijheid—voorkomt lock-in;
- creëert een nieuwe markt;
- schept ethische, morele en politieke standpunten;
- geeft iets terug de betalers—voor wat hoort wat;
- levert extra werk op als je ook een open source gemeenschap wilt koesteren.